Huisreglement

Huisreglement

Fietsclub 'tLichtje is een sportieve vereniging, die de leden de kans geeft om recreatief/ontspannend te gaan fietsen. Om dit allemaal in goede banen te leiden is een reglement zeer belangrijk dit zowel voor u eigen veiligheid als voor andere leden in de club.


Onze club heeft een bestuur dat bestaat uit de voorzitter (Tony), Ondervoorzitter (Patje 220), PR & Feestcomité (Duncan), Penningmeester (Adriaan De Keuster), Secretaris (Johanneke) en Sportief Directeur (Frank "De Tank").


Bij elke rit worden er minstens 2 kopmannen aangeduid. Meestal sturen we op voorhand de route via Whatsapp door waardoor het peloton weet waar we heen gaan. Het is echter de kopman die steeds de richting (zoals bijvoorbeeld bij onverwachtse wegomleggingen) bepaald. 


Artikel A. Rijden in Peloton:

  1. FIETS PROPER! Verpakkingsmateriaal van o.a. energie bars, gels enz. behoren niet op de weg.

  2. Wetten van het verkeer respecteren. Onder de loep art bis 2.1 wegcode: Fietsers die in een groep rijden van 15 tot 50 personen zijn niet verplicht het fietspad te gebruiken. Ze mogen met twee naast elkaar rijden op de rijbaan. Dit als ze gegroepeerd zijn (en dit ook blijven) en het rechter gedeelte van de rijbaan gebruiken. Indien minder dan 15 fietsers moet men het fietspad gebruiken (tenzij er een volgwagen is). Boetes vallen ten laste van de overtreder en niet van de club! Het dragen van een valhelm is verplicht. Het kan immers gevolgen hebben voor de verzekerde bij een ongeval.

  3. Ritten worden altijd gereden in clubkledij behalve voor degenen die in bestelling zijn

  4. De wegkapiteins zorgen voor een goed verloop van de rit, zodat de groep kan samenblijven.

  5. Na elke helling of kasseistrook op de groep wachten. Tenzij anders vermeld door de kopman.

  6. Obstakels en putten melden aan de groep.

  7. Instructies roepen/herhalen:
    1. VOET: voetgangers/fietsers/obstakel rechts
    2. TEGEN: voetgangers/fietsers/voertuig/obstakel links
    3. ACHTER: inhalend voertuig/fietsers achter
    4. PAALTJE/PUT: paal/put/verkeersdrempel/bareel/obstakel midden op de weg/fietspad
    5. STEENTJES: steengruis/kiezels/zand...vermoeden van gladheid op de weg
    6. STOP: herhaald roepen indien peloton dient te stoppen omwille van platte band, mechanisch defect, enz
    7. Geen andere commentaren roepen in het peloton om verwarring te vermijden
  8. Richting aanwijzen: zodra kopman een handteken geeft, dit ook doen:
    1. Arm links: LINKS
    2. Arm rechts: RECHTS
    3. Arm rechtdoor: RECHTDOOR
    4. Arm omhoog, stopteken hand: VERTRAGEN/STOPPEN
  9. 2 aan 2 rijden

    1. Aansluiten, geen gaten laten vallen

    2. Positie houden

    3. Handen steeds bovenop de remgrepen

  10. Probeer in een gelijkmatig tempo te fietsen in een groep, zodat er geen onrust ontstaat en het voor degenen die achteraan fietsen duidelijk is wat ze kunnen verwachten. Ga ook niet versnellen als je op kop komt. En rem niet onnodig en houd niet plots de benen stil! 

  11. Suggesties of opmerkingen kunnen worden gemeld aan het bestuur, kopmannen of aan de wegkapiteins.

    original_9351fac6-2a95-4fe1-b00c-6dfb1f24f43c_20201025_111754
    IMG_20201011_102939069
    IMG_20200906_115352332
    IMG_20200906_111454371
    IMG_20200902_194255559_HDR
    20201025_111804
    IMG_7358
    IMG_7361
    IMG_7356
    IMG_7348
    IMG_7349
    IMG_7351
    IMG_7357
    IMG_7342
    IMG_7344
    IMG_7334
    IMG_7339

    Tips bij Artikel A. Rijden in Peloton:

    PLAATS IN PELOTON

    • Fiets met maximaal twee renners naast elkaar. De kans op ongelukken is zo een stuk kleiner, bovendien mag je niet met drie of meer naast elkaar fietsen.
    • Soms is het nodig om de groep achter elkaar te laten rijden, bijv. bij wegversmallingen, smalle paden of verkeersdrukte. Dan moet je ritsen of single rijden. De persoon die rechts rijdt, laat dan een klein gaatje vallen ten opzichte van de voorganger, zonder al te veel snelheid te verliezen of hard te remmen. De persoon die links fietst kan zich dan af laten zakken en ‘inritsen’. Wanneer je dit snel en soepel doet, rijdt de hele groep in no-time in een rechte lijn achter elkaar.
    • Houd je lijn, zodat voor de anderen voorspelbaar is hoe je zult rijden. Dit betekent dus ook dat het soms beter is om vol over een put te gaan in plaats van er op het allerlaatste moment voor uit te wijken.
    • Rijd om beurten op kop. Kom je op kop, ga dan niet ineens harder rijden. Na het kopwerk laat je je, afhankelijk van je positie, via de binnenkant of buitenkant van de groep afzakken om achteraan aan te sluiten. Geef voordat je de kop afgeeft het bekende signaal met de elleboog, zodat de volgende weet dat het zijn beurt is.
    • Voortdurend helemaal achteraan fietsen is niet verstandig. Het optrekken met een grote groep (bijv. na een bocht of tegenligger) kost voor de fietsers achterin het meeste energie. Dit heet het accordeon-effect. Bovendien is achterin de kans groter dat je bij een valpartij betrokken raakt.


    KIJKEN EN ANTICIPEREN

    • Vooruitkijken is erg belangrijk voor veilig fietsen in een groep. Kijk niet alleen naar je directe voorganger, maar ook verder naar voren: komt er een bocht of obstakel aan? Als je goed anticipeert hoef je nauwelijks te remmen, omdat je op tijd even de benen stil houdt of het door te sturen kunt oplossen. Houd je handen wel op de remgrepen of in de beugels in plaats van losjes aan het stuur. Zo kun je het snelste reageren als er wel geremd moet worden.


    OP DE PEDALEN STAAN

    • Ga je op de pedalen staan? Pas dan ook op: doordat je je gewicht naar voren verplaatst, gaat je fiets (dus ook je achterwiel) ongeveer een halve meter naar achteren. Als er iemand in je wiel zit kun je dus zijn/haar voorwiel aantikken. Versnel daarom eerst een paar pedaalslagen voordat je uit het zadel komt.


    GROEP COMPLEET HOUDEN

    • Fietsen in een groep betekent ook: samen uit, samen thuis! Zit je niet op kop, laat dan geen gaten vallen (probeer zo min mogelijk snelheid te verliezen in de bochten) en houd de afstand tot je voorganger gelijk. Een compacte groep is voor automobilisten ook makkelijker in te halen. Houd in de gaten of iedereen het tempo nog aankan; pas eventueel de snelheid aan. Gaat het jou te hard, geef dat dan ook aan!


    WAAIER RIJDEN

    • Wielrennen in een groep heeft ook als voordeel dat de fietsers elkaar 'uit de wind' kunnen zetten. De techniek 'waaier rijden' wordt gebruikt bij tegenwind die ook wat van opzij komt. Door in de luwte van je voorganger te rijden, spaar je energie. Er wordt gefietst in een lang lint, waarbij elke renner zo kort mogelijk (10-20 cm) achter het wiel van zijn voorganger zit. Probeer niet helemaal kaarsrecht achter het wiel van de voorganger te rijden, maar net een of twee bandbreedtes ernaast: wordt er plots geremd, dan kun je net langs zijn wiel glippen. Ook fietst elke renner net even meer links of rechts achter zijn voorganger, voor de beschutting van de wind. Hoe meer de wind van opzij komt, hoe meer je naast je voorganger gaat rijden. Zo krijgt de waaier zijn vorm. De voorste renner laat zich na zijn beurt op kop afzakken naar de staart van de groep, om weer op adem te komen. Dit afzakken gebeurt 'door de wind', dus aan de zijde waaruit de wind komt.


    NEUS SNUITEN OP DE FIETS

    • De meeste wielrenners nemen geen zakdoekjes mee voor een fietstocht. Ze snuiten hun neus door een neusgat in te drukken en stevig door het andere neusgat te blazen. Kijk voor je je neus leegt hoe de wind staat, zodat de andere fietsers geen spetters vangen: stuur een beetje met de wind mee en snuit. Een waarschuwing voor degenen achter je kan ook geen kwaad of beter: zorg dat je zelf achteraan rijdt!